beeldende vorming les 1

De menselijke lichaamsverhoudingen. In onze eerste les van beeldende vorming dit jaar, hebben wij het over de menselijke verhoudingen gehad. De verhoudingen van het menselijk lichaam. We kwamen er ook eindelijk achter dat Da Vinci niet alleen de slimme man is achter de gelijknamige film. We kwamen erachter dat  het menselijk lichaam allemaal verhoudingen heeft. We hebben in deze les zelf een persoon moeten tekenen uit losse hand.   De verschillende fases die kinderen doorlopen hebben we ook behandeld. Zo weten we nu dat er verschillende stadium zijn dat ieder kind doorloopt tijdens hun tekeningontwikkeling: fase 1 : het krabbelstadium Het ontdekken van vormen. De leerlingen tekenen vanuit de arm met vuistgrepen. Ze bewegen meer op papier dan dat ze werkelijk tekenen. Dit zijn de jongste kleuters. Aanrommelen. Het is goed voor deze leerlingen om met vingerverf te werken. Zo gaan ze experimenteren. fase 2: het schematische stadium Het tekenen van symbolen. Leerlingen kunnen wel realistisch tekenen. Dan tekenen ze wat ze zien. Maar vooral tekenen de leerlingen hetgeen dat ze kennen. Deze fase loopt door tot de middenbouw. De leerlingen tekenen telkens complexer en verhalender. Het aantal voorwerpen dat ze tekenen neemt toe. Ze tekenen stereotyp. fase 3: het realistische stadium Deze fase begint eind middenbouw en/of begin bovenbouw. De leerlingen krijgen interesse in realistisch tekenen. Kleuren worden beter toegepast. De start van perspectief tekenen wordt hier gelegd. De leerlingen hebben behoefte om te passen in de groep. Dat betekent dat ze vaak allemaal hetzelfde tekenen. Leerlingen durven daardoor minder. Ze gaan met passer en liniaal tekenen. Ze tekenen veel natuurgetrouwer dan in de fase hiervoor. De ontwikkeling van ruimte op de basisschool: Fase: geen onder-bovenkant. alles zweeft onderrand is de grondlijn zelfgetekende grondlijn twee grondlijnen meerdere grondlijnen met omklapping vogelvluchtperspectief lijnperspectief.

De menselijke lichaamsverhoudingen. In onze eerste les van beeldende vorming dit jaar, hebben wij het over de menselijke verhoudingen gehad. De verhoudingen van het menselijk lichaam. We kwamen er ook eindelijk achter dat Da Vinci niet alleen de slimme man is achter de gelijknamige film. We kwamen erachter dat  het menselijk lichaam allemaal verhoudingen heeft. We hebben in deze les zelf een persoon moeten tekenen uit losse hand.   De verschillende fases die kinderen doorlopen hebben we ook behandeld. Zo weten we nu dat er verschillende stadium zijn dat ieder kind doorloopt tijdens hun tekeningontwikkeling: fase 1 : het krabbelstadium Het ontdekken van vormen. De leerlingen tekenen vanuit de arm met vuistgrepen. Ze bewegen meer op papier dan dat ze werkelijk tekenen. Dit zijn de jongste kleuters. Aanrommelen. Het is goed voor deze leerlingen om met vingerverf te werken. Zo gaan ze experimenteren. fase 2: het schematische stadium Het tekenen van symbolen. Leerlingen kunnen wel realistisch tekenen. Dan tekenen ze wat ze zien. Maar vooral tekenen de leerlingen hetgeen dat ze kennen. Deze fase loopt door tot de middenbouw. De leerlingen tekenen telkens complexer en verhalender. Het aantal voorwerpen dat ze tekenen neemt toe. Ze tekenen stereotyp. fase 3: het realistische stadium Deze fase begint eind middenbouw en/of begin bovenbouw. De leerlingen krijgen interesse in realistisch tekenen. Kleuren worden beter toegepast. De start van perspectief tekenen wordt hier gelegd. De leerlingen hebben behoefte om te passen in de groep. Dat betekent dat ze vaak allemaal hetzelfde tekenen. Leerlingen durven daardoor minder. Ze gaan met passer en liniaal tekenen. Ze tekenen veel natuurgetrouwer dan in de fase hiervoor. De ontwikkeling van ruimte op de basisschool: Fase: geen onder-bovenkant. alles zweeft onderrand is de grondlijn zelfgetekende grondlijn twee grondlijnen meerdere grondlijnen met omklapping vogelvluchtperspectief lijnperspectief.

De menselijke lichaamsverhoudingen. In onze eerste les van beeldende vorming dit jaar, hebben wij het over de menselijke verhoudingen gehad. De verhoudingen van het menselijk lichaam. We kwamen er ook eindelijk achter dat Da Vinci niet alleen de slimme man is achter de gelijknamige film. We kwamen erachter dat  het menselijk lichaam allemaal verhoudingen heeft. We hebben in deze les zelf een persoon moeten tekenen uit losse hand.   De verschillende fases die kinderen doorlopen hebben we ook behandeld. Zo weten we nu dat er verschillende stadium zijn dat ieder kind doorloopt tijdens hun tekeningontwikkeling: fase 1 : het krabbelstadium Het ontdekken van vormen. De leerlingen tekenen vanuit de arm met vuistgrepen. Ze bewegen meer op papier dan dat ze werkelijk tekenen. Dit zijn de jongste kleuters. Aanrommelen. Het is goed voor deze leerlingen om met vingerverf te werken. Zo gaan ze experimenteren. fase 2: het schematische stadium Het tekenen van symbolen. Leerlingen kunnen wel realistisch tekenen. Dan tekenen ze wat ze zien. Maar vooral tekenen de leerlingen hetgeen dat ze kennen. Deze fase loopt door tot de middenbouw. De leerlingen tekenen telkens complexer en verhalender. Het aantal voorwerpen dat ze tekenen neemt toe. Ze tekenen stereotyp. fase 3: het realistische stadium Deze fase begint eind middenbouw en/of begin bovenbouw. De leerlingen krijgen interesse in realistisch tekenen. Kleuren worden beter toegepast. De start van perspectief tekenen wordt hier gelegd. De leerlingen hebben behoefte om te passen in de groep. Dat betekent dat ze vaak allemaal hetzelfde tekenen. Leerlingen durven daardoor minder. Ze gaan met passer en liniaal tekenen. Ze tekenen veel natuurgetrouwer dan in de fase hiervoor. De ontwikkeling van ruimte op de basisschool: Fase: geen onder-bovenkant. alles zweeft onderrand is de grondlijn zelfgetekende grondlijn twee grondlijnen meerdere grondlijnen met omklapping vogelvluchtperspectief lijnperspectief .